dinsdag 12 januari 2016

Spring maar achterop Eddy!

Op de dag dat hij eigenlijk Luis Ocana had moeten verslaan, zat Eddy Merckx bij mijn zus achterop een tandem. De beste wielrenner ter wereld was naar Ulvenhout gekomen, het eerste dorp in Brabant waar hij een koers reed. Deze zomer werd de kannibaal zeventig, tijd voor het verhaal bij een ontmoeting hors categorie.

Hij voelde er duidelijk niet veel voor, was in zichzelf gekeerd, zoals we dat van hem kenden, maar kwam toch onze kant op. Daar stond de tandem al klaar die Loes, mijn jongste zus, snel uit de schuur had gereden. Het idee om met de grootste renner ter wereld op de foto te gaan, was enkele ogenblikken eerder geboren. Het was de dag van de Ronde van Ulvenhout en we wisten dat Eddy Merckx mee zou doen. We hadden er alleen geen idee van dat hij zijn Mercedes bij onze buurman zou parkeren om zich te verkleden, de wedstrijd te rijden en zich daar weer op te frissen en om te kleden. Toen we de auto met Belgische nummerplaat zagen staan en ook zijn vrouw Claudine signaleerden, gloorde er een plan.
Schoorvoetend gingen we op Merckx af. Hij probeerde zich eerst nog te onttrekken aan een ontmoeting, maar in de lichte opwinding om hen heen sloegen we onze slag. ‘Eddy, zou je even op onze tandem willen gaan zitten voor een foto?’ We hadden hem al in het zicht klaargezet, op zijn blinkende nieuwe standaard. Even grijnsde de vedette toen hij de zwarte, dubbele fiets van die Ollanders zag staan. Oké, als het niet te lang duurde, wilde hij wel even meewerken. Eddy liep met mijn zus en mij naar het weggetje waar de tandem stond opgesteld. Hij was eigenlijk helemaal niet de wielrenner zoals wij hem van de televisie kenden. Wijde blouse, korte broek, opgetrokken sokken en onhandige slippers, wij twijfelden er werkelijk even aan of we wel met de grootse wielrenner aller tijden opkuierden. Maar het was echt zo.

Ik droeg mijn Russische camera, een aanbieding uit de Wehkampgids, voor mijn buik. Lubitel was het merk, je krijgt er grote negatieven en dus scherpe foto’s mee. Eddy zag het een beetje argwanend aan, hij had het idee -en dat klopte helemaal- dat het wel iets langer kon gaan duren dan hij wilde. Maar mijn zus toonde hem trots de tandem en ging er zelf alvast omstandig op zitten, nou ja, ze bleef er min of meer in de houding ongemakkelijk bij staan, ik denk van de zenuwen. Ze droeg een afgeknipte spijkerbroek -nogal hip in die tijd- en een T-shirt van Heineken. Het waren de jaren dat tieners zich nog onbekommerd in kleding van alcoholische snit konden hullen. Eddy schoof bij haar achterop en keek verwachtingsvol en licht gehaast naar mij. Ik kreeg ze samen in de zoeker, nog even scherpstellen, de ster begon al wat onrustig heen en weer te schuiven en klik, daar was de foto. Merckx begon meteen af te stappen. Ik riep: ‘Nog eentje’ en zijn gezicht betrok. ‘Pffffff……’ Met tegenzin bleef hij nog even zitten, maar zijn donkere trekken spraken boekdelen. Vandaar ook dat we alleen de eerste foto publicabel achten. De tweede ben ik trouwens kwijt, of hij ligt op een plek die ik niet ken, dat is toch een verschil. Het had de grote coureur nu lang genoeg geduurd en hij stapte resoluut af. Langzaam liep hij richting gastgezin, vrouw, auto en ploegmaats, terwijl ik mijn camera dichtklapte. Onze onverwachte ontmoeting met Eddy was geschiedenis.
Ulvenhout -en vooral het buurtschap Geersbroek waar wij woonden- was voor even het middelpunt van de wereld. Al leek diezelfde wereld ook een paar minuten compleet afwezig tijdens dat speciale fotomoment op die doordeweekse woensdagmiddag. Want dat het een bijzondere gelegenheid was, dat staat vast. Zo vaak kwam Merckx niet in Nederland, laat staan in Brabant. Lopen we er zijn lange, lange erelijst maar eens op na. Wat reed hij allemaal aan flarden binnen onze grenzen? Het zal aan zijn Italiaanse, Belgische en Franse sponsors gelegen hebben, maar hij is erg weinig in ons land geweest. Wie diep in de archieven duikt, ziet dat Merckx in de dertien jaar dat hij prof was twintig keer in Nederland in actie kwam, waarvan slechts driemaal in Brabant. In Ulvenhout koerste hij in 1973 zelfs voor de allereerste keer in onze provincie. Pas drie jaar later verscheen hij in Valkenswaard op het avondcriterium dat daar toen nog verreden werd. Merckx werd er tweede. De laatste keer dat de grootste renner aller tijden in Brabant te zien was -in 1977- ging hij in Boxmeer met de hoogste eer strijken. Een afscheid in stijl mag je dat noemen. Statistisch gezien komt onze wielerprovincie er bij de Kannibaal maar bekaaid vanaf: van de 525 koersen die Merckx won, behaalde hij er welgeteld 1 in Brabant.

Het verbaast mij eigenlijk dat ons fotomodel tegen wil en dank, die van 1965 tot 1978 professional was, hier zo weinig in actie is geweest. Ik had al een vermoeden, maar zijn palmares bewijst dit nog eens. Als we de kampioenschappen, Zesdaagsen en grote koersen niet meerekenen, was een individueel optreden van Merckx in Nederland zelfs een ware zeldzaamheid. Dat mijn zus en ik hem dan ook mochten treffen in de zomer van 1973, mag gerust een mirakel heten. Achteraf gezien, met de kennis van nu kun je zeggen, kwam er wel enige voorzienigheid bij te pas. Zo ontdekten we jaren later dat Loes en Eddy op dezelfde dag jarig zijn, 17 juni. Dan kan het allemaal geen toeval meer zijn geweest natuurlijk.

Het volledige artikel staat in de najaarseditie 2015 van HELDEN in de wielersport in Brabant. ISBN: 978.94.6021.024.2

Geen opmerkingen:

Een reactie posten